Monthly Archives: januari 2015

Satijn

Satijn
Satijn is een weefsel in satijnbinding. De satijnbinding (of atlasbinding) is een weeftechniek, waarbij de kruispunten van de ketting- en inslagdraden gelijkmatig verspreid liggen. Bij een inslagsatijn wordt het effect gevormd door de inslagdraden, doordat deze de bindingspunten bedekken. Met deze techniek kunnen garens heel dicht op elkaar geweven worden, waardoor het weefsel soepel wordt. Als glanzende inslagdraden en matte kettingdraden gebruikt worden is de onderkant dof, maar de bovenkant glanzend door de losliggende inslagdraden. Dit geeft het weefsel een luxe uitstraling.

Het woord satijn komt van het Italiaanse woord voor zijde: seta.
Satijn is de naam van de stofbinding; het is een dicht geweven stof met een gladde glanzende bovenkant. De achterkant lijkt vaak op een platbinding (de draden in de stof kruisen elkaar). Satijn kan gemaakt zijn van katoen, polyester, viscose, zijde of een menging daarvan.

Satijn wordt gebruikt voor het maken van onder andere bruidskleding, galakleding, gordijnen, lingerie en beddengoed.
We onderscheiden hierbij inslag- en kettingsatijn. In tijk, damast en ook geblokte handdoeken worden deze vaak samen toegepast. De satijnbinding is altijd even hoog als breed. Als regel kennen we het schaftgetal en het telgetal, dat bij inslagsatijn voortgangsgetal heet en bij kettingsatijn stijgingsgetal.

Zoveel soorten satijn!

  • Dubbel satijn: met twee glanzende kanten
  • Crêpe satin: heel soepel en glad, met het ‘droge’ crêpegevoel. Mat aan de achterkant
  • Satin Duchesse: een wat stijvere, heel dicht geweven, satijn
  • Stretchsatijn: Satijn met elastaan
  • Print satijn: van zijde of polyester met zijde

Naaitips

  • Stel draadspanning goed in en zorg dat naden niet trekken. Gebruik bij voorkeur steeklengte 2 à 2,5 mm.
  • Gebruik een dunne scherpe naald zoals Schmetz Universeel 60 of Schmetz Microtex 60.
  • Gebruik voor een soepele satijn ook een dunne soepele versteviging, zoals Vlieseline Softline H180.
  • Dunne satijn trekt snel bij het stikken. Strijk eventueel dun Vlieseline naadband op de naden en stik het mee.

Tips
Dunne (polyester of zijden) satijn kan heel glibberig zijn. Leg daarom voor het knippen een molton lap of een badlaken onder de stof. Of plak de stof met afplaktape op een paar punten vast op de tafel.
Leg op de glanzende kant de patroondelen in dezelfde richting. Dat voorkomt eventueel kleurverschil.

Posted in > Weetjes | Reacties uitgeschakeld voor Satijn

Leder

Leder
Leer (ook: leder) is materiaal dat gemaakt wordt van de huid van voor vleesconsumptie gedode dieren, bijvoorbeeld koeien of varkens. Luxere leersoorten zijn afkomstig van bijvoorbeeld een hert, een lam of een kalf. Van beschermde diersoorten (zoals bepaalde slangensoorten) kan de import en handel van het leer verboden zijn, dit kan echter per land verschillen. Voor bijvoorbeeld leer van krokodillen (krokodillenleer) is dat echter niet het geval. Ook de huid van sommige kraakbeenvissen (haaien en roggen) wordt of werd wel tot leer verwerkt.
Voordat het leer gebruikt kan worden, wordt het gelooid. Daarmee wordt de huid vrijwel onbeperkt houdbaar. Leer wordt meestal ook in een kleur geverfd.
Leer wordt gebruikt voor tassen, schoenen, jassen, meubels etc. Motorrijders dragen vaak leren pakken om zich te beschermen bij eventuele valpartijen.

Omdat leer kostbaar is wordt kunstleer gebruikt voor verschillende van deze toepassingen. Vaak krijgt kunstleer een kunstmatige geur om het op leer te laten lijken. Leer heeft enig onderhoud nodig. Vooral schoenen moeten, om het leer soepel te houden, regelmatig gepoetst worden met schoensmeer. Lederen kleding zoals motorkleding wordt bij voorkeur ingewreven met speciaal ledervet.

Zo blijft het mooi

  • Breng leren kleding naar de stomerij.
  • Een klein vlekje op suède haal je er vaak makkelijk uit met een gummetje.
  • Vetvlekken in suède verwijder je door voorzichtig met een tandenborstel en een beetje azijn over de plek te wrijven.
  • Draag een leren jack eerst een maandje in, zodat het naar je lichaam gaat staan. Spuit het dan pas in met een goed leermiddel om het te beschermen.
  • Laat leren kleding nooit in de zon of bij de verwarming hangen.
  • Hang het leer nooit in plastic weg, want dit kan de beschermlaag (de finish) beschadigen.

Kwaliteit herkennen
In leer zijn veel kwaliteitsverschillen. Er zijn een paar dingen waar je bij de koop op kunt letten.
De gaafheid van de huid. Een dierenhuid van een ouder dier heeft vaak nerven en littekens. Een jonge huid is vaak het mooist. Bovendien is deze dunner en soepeler.
Licht gekleurde leersoorten zijn vaak van een betere kwaliteit. Oneffenheden zijn met lichte leerkleuren namelijk niet te verbloemen.
Soms heeft (goedkoper) leer een dikke finish, waardoor het er heel egaal uitziet. Vouw het dubbel, dan zie je vaak of het een laagje is.
Het is een fabeltje dat nappa altijd het beste leer is. Dit is eigenlijk alleen een benaming.

Leersoorten:
Nappa is een glanzende, zachte leersoort. Het is de naam van een vrij jonge huid met een mooi gaaf oppervlak. Dit leer is dun en soepel.
Pigskin is Engels voor varkensleer/suède. Het is te herkennen aan de gaatjes- of puntjesstructuur. Deze is ontstaan door de haarinplant van het dier. Je ziet telkens drie puntjes bij elkaar. Ook geitenleer wordt verwerkt tot suède. Dit is een hoogwaardig dunne en soepele suède.
Suède wordt verkregen door de achterkant van het leer zo af te werken dat een veloursachtig leer ontstaat, dat geschikt is om volop te laten zien. Bij kledingsuède worden hiervoor schapen-, geiten-, kalfs- of varkensvellen gebruikt.
Nubuck is opgewreven suède met een fluweelachtige uitstraling.

Werken met Leer
Leer is geen product dat je aan de meter vindt. Elk kledingstuk wordt gemaakt uit verschillende vellen. En het wordt verkocht per voet: dat is 30 x 30 cm.
Let bij het kopen goed op gelijke kleurschakeringen, de oppervlaktestructuur en de sterkte.
Neem bij voorkeur het patroon mee naar de zaak waar je leer gaat kopen.
Het patroon moet altijd uit veel deelnaden bestaan, omdat de grootte van een huid natuurlijk beperkt is. Die deelnaden komen de coupe en pasvorm ook ten goede.

Weetje
Nagenoeg elke leersoort wordt geverfd. In een modekleur of in de eigen kleur. Dat laatste is om beschadigingen op de huid onzichtbaar te maken. Een huid heeft namelijk altijd wel wat schrammen of plekjes.

Naaien
Bij het stikken in leer of suède blijven er gaatjes achter. Uithalen is dus geen optie. Het moet in één keer goed gestikt worden. Maak daarom eerst een katoenen proefmodel van het patroon. En pas het zo nodig aan zodat het perfect is.
Speld de delen niet aan elkaar vast, maar gebruik paperclips of plakband.
Gebruik een sterke leernaald (met een driehoekig mespunt) en een naaivoetje voor leer.
Naai leer en suède met een wat grotere steek (lengte 3 of 4)
Naden kun je (voorzichtig) met een katoenen lap ertussen openstrijken. Gebruik geen stoom.
Leren kleding is doorgaans gevoerd. Dat geeft een mooie afwerking en zorgt dat de kleding glad over het lijf valt. Kies bij leer voor een goede kwaliteit voering, satijn kan ook.

Kunstleer
Kunstleer (ook: kunstleder of skai- een merknaam die soortnaam is geworden) is een optisch vervangproduct voor natuurlijk leer.
Dit product lijkt op leer en men tracht ook het aanvoelen van leer te verkrijgen. Eigenlijk is dit kunstleer een kunststof die aangebracht wordt op een drager (textiel) en in deze kunststof wordt een tekening geprent die lijkt op de structuur van een soort leer.
Dit product wordt gebruikt voor stoelen, bankstellen, handtassen, schoenen, enzovoort. Een van de grote nadelen is dat het geen vocht opneemt of doorlaat. Dit is belangrijk wanneer het toegepast wordt in kleding of schoenen. Er bestaat ook een soort kunstleer voor de voering van schoenen. Dit product is speciaal ontwikkeld voor dit doel en neemt wel vocht op en laat lucht door. Dit product wordt in de orthopedie gebruikt.
Er zijn inmiddels veel soorten kunstleer die een ademende werking hebben en niet meer van echt leer te onderscheiden zijn. Dit zijn kunstleersoorten vervaardigd van polyurethaan met een microporeuze structuur. De kunstleersoorten die geen vocht opnemen zijn veelal vervaardigd van PVC of een PVC-polyurethaan-combinatie.

Posted in > Weetjes | Reacties uitgeschakeld voor Leder

Katoen & Linnen

Katoen
Katoen is een zachte, eencellige vezel, die uit de opperhuid (epidermis) van de zaden van de katoenplant (Gossypium) groeit. De vezels worden doorgaans tot draden gesponnen en als zodanig gebruikt om zacht, luchtdoorlatend textiel van te maken. 
Katoen is zacht, goed vocht opnemend en duurzaam.

Linnen
Linnen is een soort textiel dat gemaakt wordt uit vlas. Na het trekken (oogsten) wordt het vlas gedroogd. Daarna volgen de volgende behandelingen:

  • Roten en keren:
    Vroeger werd het vlas eerst op het veld gedroogd. Daarvoor moest het meerdere malen gekeerd worden. Na het drogen wordt het vlas gerepeld (ontdaan van zaden) en blootgesteld aan vocht om de pectine af te breken die de vezels bijeenhoudt, het zg. dauwroten. In het verleden rootte men het vlas in rivieren, vooral in de Leie, of in waterbakken waardoor de vlasvezels een gouden gloed kregen, het zogenaamde waterroten.
    Om ecologische redenen wordt het vlas tegenwoordig direct na het trekken geroot door het uit te spreiden over het veld, waar het gedurende enkele weken wordt blootgesteld aan regen, dauw en zonneschijn; dauwroot dus. Ook hier moet het vlas gekeerd worden.
  • Zwingelen en hekelen:
    Gedurende deze mechanische processen worden de vezels gescheiden van het stro. Korte vezels (de touwvezels of lokken) worden gebruikt voor het spinnen van touw en grove garens; de fijne, lange vezels (het lint) leveren uiteindelijk het fijnste linnengaren op. Het stro wordt gebruikt voor het persen van platen voor de bouw.
    Linnen voelt net wat koeler aan dan katoen en is iets sterker. Wat veel mensen een nadelige eigenschap vinden van linnen is dat het kreukt. Een menging met synthetische vezels zorgt voor iets minder snelle kreuk.
    Katoen en linnen kunnen ongeveer 20 % van hun droge gewicht aan vocht opnemen zonder nat aan te voelen. Het vocht wordt namelijk ook weer makkelijk afgegeven aan de lucht, zodat de kleding fris en droog blijft aanvoelen. Dat maakt de stoffen ideaal bij hoge temperaturen.

Wassen en strijken
Katoen en linnen zijn bestand tegen zware wasbehandelingen. Dat komt doordat beide stoffen goed tegen hitte kunnen. Daardoor zijn ze ook goed (heet) te strijken. Maar zowel voor katoen als linnen geldt: de was- en strijktemperatuur is wel afhankelijk van de fijnheid van de kleurvastheid van de stof. Was wit linnen en katoen op 60 graden en gekleurd linnen en katoen op 40 graden in de machine. Wees vooral met linnen voorzichtig met centrifugeren. Hang de linnen kleding half nat op, dat strijkt makkelijker. Of bevochtig de stof voor het strijken.
Tip: Linnen en katoen kunnen krimpen. Was de stof een keer voordat je hem verwerkt.

Geschiedenis
Onderzoekers beweren dat de Egyptenaren 12.000 jaar voor Christus al katoen hadden. Linnen werd al in het Stenen Tijdperk verwerkt tot kleding. In de Middeleeuwen was linnen samen met wol dé kledingstof. Tegen het einde van de 18e eeuw kwam er steeds meer katoen naar ons land en verdrongen katoenen weefsels linnen van de eerste plaats. Nog steeds gebruiken we de naam linnengoed als verzamelnaam voor huishoudelijk textiel dat nu net zo goed van katoen gemaakt kan zijn. Momenteel bestaat in Nederland maar liefst 70% van het totale wasgoed uit katoen (dat is inclusief katoen in mengweefsels met synthetische garens).

Biologische katoen & linnen
Om katoen te laten groeien is erg veel water nodig en worden veel pesticiden gebruikt die schadelijk zijn voor mens en milieu. Zelfs 20% van het wereldwijde gebruik van pesticiden komt voor rekening van de katoenteelt. Er is steeds meer aandacht voor verantwoord geteelde ver verwerkte katoen (biologisch katoen). De teelt van vlas is milieuvriendelijker: er zijn minder bestrijdingsmiddelen en kunstmest nodig. Wanneer bij de bewerking van de grondstof vlas tot linnen ook rekening wordt gehouden met het milieu is er sprake van biologisch linnen.


Stoffenoverzicht

  • Badstof, katoenen weefsel. Aan één of beide kanten voorzien van lussen, door deze vorm van weving neemt badstof snel vocht op.
  • Brabants bont, katoenen stof in platbinding met ruitjes van ongeveer 1 cm, ontstaan door het gebruik van witte en gekleurde garens voor zowel de ketting als inslag.
  • Denim/jeansstof dicht, stevig katoenen weefsel in keperbinding, hierdoor ontstaan diagonaalribbels. De ketting is gekleurd en de inslag is ongekleurd.
  • Flanel, katoenen weefsel in keper of platbinding, aan één of aan beide kanten geruwd.
  • Geruwde katoen met kleine scherpe haakjes worden vezeleindjes gedeeltelijk uit de stof omhoog getrokken, waardoor een zacht vezeldek ontstaat.
  • Graslinnen/lakenkatoen, gebleekte stevige (gepapte) katoenen stof in platbinding. Wordt gebruikt voor lakens en slopen. De naam graslinnen mag niet meer worden gebruikt, omdat er geen linnen in de stof verwerkt is
  • Halflinnen weefsel vervaardigd van minstens 40% linnen en katoen.
  • Keper katoen, een katoenen weefsel in keperbinding.
  • Molton, zacht dik weefsel van katoen, in linnen- of keperbinding, geruwd.
  • Madras, gestreepte of geruite in platbinding geweven katoenen stof van onregelmatig gesponnen garens, in sombere kleuren.
  • Organdi, katoenen batist in platbinding geweven, dat door perkamenteren (zuur-behandeling) doorschijnend en stijf is gemaakt. Lijkt op glasbatist, meestal bedrukt of met ingeperst patroontje.
  • Peau de pêche, stevige katoenen stof, geweven in keper- of satijnbinding met een inslag van losgedraaide garens. Aan één kant wordt de stof geruwd zo ontstaat een fluweelachtig oppervlak.
  • Poplin/popeline, stof uit gelijkmatige, fijne en stevige katoenen garens in platbinding geweven, waarbij de kettinggarens veel dichter op elkaar zitten dan de inslaggarens. Hierdoor ontstaan de kenmerkende dwars- ribbels. Het inslaggaren is vaak ook dikker dan het kettinggaren.
  • Quiltstof, zuiver katoenen dicht geweven stof in platbinding. Kwaliteitsstof, die goed te wassen en te strijken is.
  • Twill, een matig vaste, katoenen keperstof. Veel gebruikt voor werkjassen.
  • (Nicky)Velours, katoenen poolweefsel met glad oppervlak en met korte loodrecht op het weefsel staande, ingeweven poolgarens.
  • Velours is zwaarder dan fluweel en wordt gebruikt voor gordijnen en meubelbekleding.
  • Vichyruitje, katoenen stof in platbinding met kleine ruitjes, ontstaan door het gebruik van witte en gekleurde garens voor zowel de ketting als inslag.
  • Wafelstof, katoenen stof geweven in wafelbinding.
  • Zeildoek, zwaar katoenen of linnen weefsel in platbinding, waarbij grof getwijnd garen wordt verwerkt in ketting en inslag.
Posted in > Weetjes | Reacties uitgeschakeld voor Katoen & Linnen

Kant

Kant


Kant is een product dat onder het handwerk valt. Het is een typisch westers modeverschijnsel. Kant is de naam voor verschillende soorten kantwerk die worden ingedeeld volgens techniek en kenmerken. Er zijn twee grote basissoorten:

  • Kloskant is een kantsoort die met de hand wordt gemaakt met behulp van klosjes.
  • Naaldkant is een kantsoort die met de hand wordt gemaakt met behulp van naalden. Deze kantsoort vergt ander materiaal en heeft geen gelijkenissen met kloskant.

Door de eeuwen heen ontstonden er vele variaties en soorten. Men mengde ook soorten kant door elkaar, zoals een mengsel van naald- en kloskant. In de loop van de geschiedenis ontstond de machinale kant, een goedkope oplossing voor de dure kantindustrie.

Geschiedenis
Kant is een oud ambachtelijk product dat waarschijnlijk in de 15e eeuw is ontstaan. Men weet niet precies of het in Vlaanderen is ontstaan, of in Italië. Er was destijds een nauwe culturele samenwerking tussen Vlaanderen en Venetië. Zo kwamen Venetiaanse schilders in Vlaanderen de olieverftechniek bestuderen en gingen Vlaamse kunstenaars naar Venetië om hun schilderijen te zien. Het is wel een feit dat er altijd meer kloskant werd gemaakt dan naaldkant omdat die goedkoper was.

Naaldkant is ontstaan uit open naaiwerk of punto tirato (fils tirés). Men versierde het boordje van de onderkleren dat uitstak boven de kleding. Daarvoor trok men draadjes uit de stof en men borduurde rond de ontstane opening, zowel horizontaal als verticaal. Op den duur trok men alsmaar meer draden uit om ingewikkelder versieringen te maken zodat er nog weinig stof overbleef. Tot iemand op het idee kwam om enkel met draden te werken. Men naaide de gespannen draden met een driegdraad vast op het patroon en men borduurde als voorheen. Men gebruikte dezelfde patronen. Dat is de reden waarom het zo moeilijk is om het ontstaan van naaldkant te bepalen. Op het afgewerkt product kon men niet zien of men was begonnen met stof of met draden.

Het eerste modelboek verscheen in 1528 en is van de Venetiaan Antonio Tiangliente. Hij noemt kant punto in aria (steek in de ruimte). In heel Italië was dit de benaming. Deze eerste vorm van naaldkant had een rechtlijnig of geometrisch ornament. Algemeen werd deze soort Reticella genoemd. Met deze manier van werken was men niet meer verplicht om schering en inslag te volgen maar kon men vrijer werken en meer gebogen lijnen gebruiken. Zo werd het florale element geïntroduceerd. De echte naaldkant was geboren.

Posted in > Weetjes | Reacties uitgeschakeld voor Kant

Gabardine

Gabardine
Thomas Burberry (1835 – 1926) was een Britse modeontwerper. Hij is de oprichter van het Britse modehuis Burberry, bekend van het wereldwijd beroemde camel kleurig met zwarte, witte en rode gestreepte patroon. Hij vond aan het einde van de negentiende eeuw de waterdichte stof genaamd ‘gabardine’ uit. Gabardine is een zo dicht geweven stof, dat deze bijna geen regen doorlaat. Deze weerbestendige stof leende zich perfect voor het natte Britse klimaat. In 1888 kreeg hij een patent op deze stof.

Gabardine is dé klassieke trenchcoatstof bij uitstek. Gabardine is in principe een heel dicht geweven kale gladde stof met fijne steile lijnen. De zogenaamde steilkeperbinding. Een gabardine stof kan geweven zijn van wollen of katoenen garens of van een mengingen van een van deze grondstoffen met polyester of polyamide.

Posted in > Weetjes | Reacties uitgeschakeld voor Gabardine

Denim – Het naaien van Jeansstoffen

Denim
Denim is een afkorting van de oorspronkelijke Franse benaming serge de Nîmes. Nîmes is een Zuid-Franse stad waar deze stof voor het eerst werd vervaardigd door de familie André voor de veehoeders van de Camargue, de zogeheten gardians. De Blue jeans blauwe denim spijkerbroek dankt zijn naam aan de blauwe kleurstof indigo en jeans komt van de Franse benaming Gênes van Genua waar de eerste denim broeken werden vervaardigd.

Denim of jeans is gemaakt van 100% katoen. De bovenkant is blauw, de achterkant is wit. 
Dat komt doordat de stof bestaat uit blauwe ketting– en witte inslagdraden. Ze zijn zo met elkaar verweven dat er schuine lijnen ontstaan op de stof, dat heet een keperbinding.
Je kan jeans zelf ook een versleten look geven. Gebruik een versleten jeans als voorbeeld. 
Voor echt bleke of ‘kapotte’ plekken en naden bewerk je de stof met fijn schuurpapier of een harde borstel. Naden kun je ook voorzichtig bleken met een kwastje met chloor. Probeer het eerst uit op een proef lap! Als je jeans kledingstuk klaar is, kun je het wassen met een schepje Oxy Action bij het wasmiddel om de naden en de stof nog wat extra te bleken.

Naaien van jeansstoffen

  • Was de jeansstof van tevoren een keer op 60º C. Dan is de meeste krimp eruit.
  • Een echte jeansnaald bijvoorbeeld Schmetz dikte 90 of 100 is sterker dan een universele naald en komt makkelijker door dikke naden heen.
  • Voor het doorstikken gebruik je speciaal doorstikgaren. Doe dan wel dun garen in dezelfde kleur op het spoeltje.
  • Echte jeanskleuren zijn bijvoorbeeld nummer 968, 448, 650 en 887 van Gütermann.
  • De steeklengte is afhankelijk van de dikte van de stof. Kies voor dunne jeans een kleinere steeklengte ca. 2 mm en voor een grove jeans steeklengte 3 of 3,5 mm.
Posted in > Weetjes | Reacties uitgeschakeld voor Denim – Het naaien van Jeansstoffen

Afkortingen van textielvezels

AC = Acetaat
CO = Katoen
CV = Rayon
F = Alcantara / Suede
LI = Linnen
LRX = Lurex
PVC = PolyVinylChloride
MA = Modacryl
PA = Polyamide / nylon
PAN = Acryl
PC = Polyacryl
PE = Polyethyleen
PL = Polyester
PP = Polypropyleen
PU = Polyurethaan
SE = Zijde
VI = Viscose
WM = Mohair
WO = Wol
WP = Alpaca

Posted in > Weetjes | Reacties uitgeschakeld voor Afkortingen van textielvezels